Aanbevolen: zo mooi en ontroerend geschreven!

Een halve dochter...

zondag 16 maart 2014

Iedereen zal zich een situatie voor de geest kunnen halen waarin hij of zij geworsteld heeft met de vraag of en zo ja, hoe iets te vertellen aan zijn/haar ouders. Ik ben daar natuurlijk geen uitzondering in. Het heeft bij mij overigens wel uitzonderlijk lang geduurd, namelijk bijna 50 jaar! Welk geheim heb ik zo lang voor mijn ouders verborgen gehouden?
Toen ik 5 of 6 jaar was, voelde ik voor het eerst dat ik anders was dan mijn één jaar oudere broertje en anders dan de vriendjes waar ik dagelijks mee speelde. Waar zij duidelijk 'jongetjesgedrag' vertoonden (in bomen klimmen, kattenkwaad uithalen, etc.) had ik die behoefte in veel mindere mate of in het geheel niet. Ik wilde liever binnen spelen, met verkleedspullen en dan het liefst met de spullen van mijn moeder. De trouwjurk van mijn moeder, haar schoenen met (hoge) hakken en met name haar make-up spullen en nagellak hadden een onweerstaanbare aantrekkingskracht op mij. Maar gelijktijdig was ik mij ervan bewust dat ik daarmee een wereld betrad die niet de mijne was: dit was het domein van de meisjes en dat was voor mij als jongetje 'verboden terrein'. Zodra ik in de gaten kreeg dat mijn omgeving mijn gedrag afkeurde, wist ik dat ik mijn behoefte om in meisjeskleding te lopen en/of om mijn nagels te lakken, moest onderdrukken en dat ik ondergronds moest gaan. En zo leerde ik al heel snel om een dubbelleven te leiden: het grootste deel van de tijd als een 'normaal' jongetje (de buitenkant) dat probeerde zich staande te houden in een wereld die de zijne niet was, en een klein deel van de tijd - en stiekem - als een meisje (de binnenkant) spelend met nagellak, make-up en meisjeskleding. Dit heb ik heel lang volgehouden. Tijdens de basisschool en de middelbare school heb ik feilloos dit dubbelleven geleid. Niemand die iets doorhad, maar ook niemand die ik in vertrouwen durfde te nemen. Daarmee werd mijn puberteit gekenmerkt door eenzaamheid en een enorme worsteling met mezelf. Want nog altijd wist ik niet wat er 'mis' was met mij. Dat gevoel overheerste vooral: ik voelde iets dat ik niet zou mogen voelen, gezien de opstelling van de buitenwereld. En vergeet niet, het was in die tijd lastig om aan informatie te komen over transgenders, want daar hebben we het hier over. Mijn ouders waren gelukkig wel zo vooruitstrevend dat zij lid waren van wat toen de NVSH heette, de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming, de voorloper van de Rutgersstichting. Het clubblaadje van de NSVH, 'Sekstant', was voor mij het hoogtepunt van de maand, omdat daarin af en toe werd gerept over mannen die zich eigenlijk vrouw voelden en omgekeerd. Voor het eerst van mijn leven vatte het idee post dat er meer mensen waren zoals ik en dat er zelfs een woord voor was, namelijk transseksueel. En dat voelde fijn, ik was immers niet de enige. Maar nog altijd voelde ik mij niet sterk genoeg om dit met iemand te delen en al zeker niet met mijn ouders. Een kind is immers als de dood om te worden afgewezen door zijn eigen ouders. Ik schaamde mij voor mijn eigen gevoelens en voor mijn gedrag dat immers overduidelijk bij meisjes hoorde en niet bij jongens. Toen ik als provinciaaltje andragologie ging studeren aan de Universiteit van Amsterdam zag ik voor het eerst andere transgenders in levende lijve. Biologische mannen die opgemaakt over straat gingen, sommige zelfs in jurken of zelfs volledig als vrouw. Ik vond het prachtig om te zien, maar ik was zelf bij lange na niet zover dat ik dat durfde. Dat moment kwam pas bij de opkomst van het internet begin jaren '90, waarbij ik via fora - en anoniem - in contact kwam met andere transgenders. En zo werd ik uiteindelijk lid van wat nu de Vereniging Genderdiversiteit heet (de voormalige Landelijke Kontaktgroep T&T [travestie en transseksualiteit]). Die vereniging organiseerde door het gehele land maandelijkse avonden waarbij je in een veilige omgeving jezelf kon zijn. Dat was voor mij het startsein om eens per maand als vrouw af te reizen naar Utrecht om daar in ieder geval één avond per maand mijn andere ik te kunnen zijn en te verkennen. En nee, mijn ouders wisten nog altijd van niets. Het trieste is wel dat mijn moeder in die periode is overleden, slechts 61 jaar oud. Ik heb haar geen deelgenoot kunnen maken van mijn gevoelens en dat betreur ik tot op de dag van vandaag.
(wordt vervolgd)

How to tell my parents...? (part 1)

Everyone will be able to remember a situation in which he or she has struggled with the question of whether and, if so, how to tell something to his / her parents. I am no exception to that rule. In my case however it took an extremely long time to me to tell my parents, almost 50 years! What secret I have kept hidden for so long from my parents and brothers?

When I was about five or six years, I felt for the first time that I was different from my one year older brother and than the friends I played with daily. Where they obviously showed "boy behavior" (climbing trees, mischief, etc.) I didn't have that need at all or less. I would rather play with dressing up stuff and then preferably with the stuff from my mother. My mother's wedding dress, her shoes with (high) heels and in particular her makeup stuff and nail polish had an irresistible attraction for me. But simultaneously, I was aware that by doing that I entered a world that was not mine: it was the domain of girls and that was for me as a boy "off limits." As soon as I became aware that my social environment would disapprove my behavior, I knew that I had suppress my desire to walk in girls' clothes and / or to paint my nails, and that I had to go underground. So I very quickly learned to lead a double life: most of the time as a "normal" boy (outside) who was trying to survive in a world that wasn't his, and a limited time - and secretly - as a girl (inside) playing with nail polish, makeup and girls' clothing. I sustained this double life for a very long time. During the primary school and high school I unerringly led this double life. Nobody suspected something and I didn't dare confide with anybody. So my adolescence was marked by loneliness and a huge struggle with myself. Because I still didn't know what was 'wrong' with me. That feeling prevailed above all, I felt something that I shouldn't feel, given the attitude of the outside world. And do not forget, it was difficult in those days to get information about transgenders, because that's the subject we're talking about here. Thankfully my parents were quite modern; they were members of what was then called the NVSH, the Dutch Society for Sexual Reform, the forerunner of the Rutgers Foundation. This Society for Sexual Reform issued a monthly magazine called 'Sekstant '. For me, this was the highlight of the month, because it discussed men who actually felt like a woman and vice versa. And for the first time in my life it summed up the basic idea that there were more people like me and there was even a word for what I felt, namely 'transsexual'. And it felt good, because I was no longer the only one. But still I did not feel confident enough to share this with anyone, and certainly not with my parents. I was terrified of being rejected by my own parents. I was ashamed of my own feelings and my behavior that clearly belonged to girls and not to boys. When I was starting studying Social Sciences at the University of Amsterdam for the first time I actually saw other transgender persons. Biological men walking in the steets, some even in dresses or even completely as a woman. I thought it was beautiful to see, but personally I wasn't developed enough to be able to expose myself. That moment came with the start of the Internet early 90s. By means of fora I - anonymously - came into contact with other transgenders. And so I eventually became a member of what is now called the Association of Gender Diversity (the former National Contact Group T & amp; T [transvestism and transsexualism]). That association organizes throughout the country monthly meetings where - in a secure environment - you can be yourself. That was the starting point for me to travel to Utrecht once a month as a 'woman' in order to be at least one night a month, my other me and explore that side of me. And no, my parents still did not know. The sad thing is that my mother deceased during that period, only 61 years old. I still regret not being able to share my feelings and that part of me with her.
(to be continued)

Mijn vader reageerde best wel verbaasd (hij had dus kennelijk nooit iets aan mij gemerkt; mijn dubbelleven had ik dus blijkbaar prima georganiseerd ;-) ), maar hij gaf al snel aan dat het wat hem betreft geen enkel verschil maakte en dat hij hoopte dat ik op mijn beurt wist dat hij zo ruimdenkend is dat ik dit zonder enig probleem eerder had kunnen vertellen. Hij wilde graag weten wat dit 'transgender zijn' inhield. Had ik dan ook een seksuele voorkeur voor meisjes én voor jongens? Ik heb uitgelegd dat 'transgender zijn' niets te maken heeft met seksuele oriëntatie, maar dat het vooral gaat over de discrepantie tussen wat je je voelt te zijn (je gender-identiteit) en je biologische sekse. Vervolgens hebben we uitgebreid stilgestaan bij wat dit voor een impact heeft gehad op mijn kinderjaren en puberteit, waarbij mijn vader aangaf het zeer te betreuren dat ik dit niet veel eerder al bespreekbaar had gemaakt, zodat ik niet alleen met die emotionele last had hoeven rondlopen. Ook vond hij het oprecht heel jammer dat mijn moeder dit niet heeft geweten. Gelukkig kon ik hem vertellen dat mijn moeder wel iets vermoedde en dat zij mij - toen ik een jaar of 13 was - had gewezen op radio-uitzendingen over transseksualiteit. Onder het genot van een heerlijke lunch hebben we een goed en fijn gesprek gevoerd over 'anderen in vertrouwen nemen' (en wat daarvoor nodig is), jezelf kunnen zijn, e.d. Het deed mij goed dat mijn vader zijn bewondering uitsprak over het feit dat ik mezelf durfde te zijn, hier, maar ook op mijn werk en bijvoorbeeld als ik boodschappen doe. Hij vond dat erg moedig van mij. Vervolgens zijn we nog thee gaan drinken bij mijn vader thuis, waarbij ik zijn nieuwe smartphone heb aangesloten op de WiFi en Whatsapp voor hem heb gedownload en geïnstalleerd, zodat hij nu met ons kan whatsappen in plaats van alleen SMS'en. Toen het tijd was om weer naar huis te gaan, zei hij nog tegen mij dat hij altijd graag een dochter had willen hebben (dat heb ik overigens nooit geweten!) en dat hij nu een halve dochter heeft. Dat vond ik zo geweldig lief van hem.
En zo heb ik het mijn ouder(s) verteld!

How to tell my parents...? (part 3)

My father reacted quite surprised (apparently he had never noticed something about me; apparently I had my double life well organized ;-) ), but he tolde me that my confession that I was a transgender made no difference and that he hoped that I knew that he was so open-minded that I could have told him this sooner without any problem. He wanted to know what 'being a transgender' meant. Did I have a sexual preference for girls ánd for boys? I explained that 'being a transgender' has nothing to do with sexual orientation, but that it's mostly about the discrepancy between what you feel you are (your gender identity) and your biological sex. We then spoke extensively on the impact this must have had on my childhood and adolescence. My father pointed out that he regretted that I did not had discussed this with him earlier instead. Now I was forced to deal with that emotional burden all by myself. He also sincerely felt sorry that my mother had no knowledge about this. Thankfully I was able to tell him that my mother suspected something and she - when I was about 13 - had pointed me to radio broadcasts about transsexuality. While enjoying a delicious lunch we had a good and long talk about "to confide in others (and what is needed to do so), about being yourself, etc. I got a real boost when my father expressed his admiration about the fact that I had the guts to be myself, here today, but also at work and, for example when I went for shopping. He thought that was very brave of me. Next we went  to my father's appartment for a cup of tea, where I connected his new smartphone to his WiFi and I downloaded and installed Whatsapp for him, so he can now us what whatsapp us rather than just texting. When it was time to go home, he told me that he always would love to have a daughter (something I  never knew!) and that he now has half a daughter. I thought that was so very sweet of him. That's the way I told my parent(s)!


Na een aantal jaren trouw de maandelijkse avonden van de Vereniging Genderdiversiteit in Utrecht te hebben bezocht 'als vrouw', wist ik dat dit niet de vorm was waarin ik gelukkig zou worden. De transformatie tot vrouw voelde weliswaar heel fijn, de terugkeer naar man daarentegen viel steeds zwaarder. Gelijktijdig had ik voor mijzelf vastgesteld - mede naar aanleiding van vele gesprekken met lotgenoten - dat ik geen transseksueel was: mijn afkeer van het man zijn of van mijn mannelijke lichaam was niet sterk genoeg om in aanmerking te komen voor een geslachtsveranderende operatie. Echter, het gedwongen switchen tussen mannelijke en vrouwelijke verschijningsvorm kon ik niet langer mentaal opbrengen. Voor mijn gevoel was ik één persoon met twee entiteiten, die ik niet moest scheiden, maar integendeel, juist moest integreren: ik was een mens met een mannelijke uiterlijk en een overwegend vrouwelijk innerlijk. Het gevoel volledig een vrouw te willen zijn overheerste niet langer; ik had dat achter mij gelaten. Boudewijn de Groot heeft dat gevoel treffend verwoord in zijn liedje "Verdronken vlinder":

Om te leven dacht ik je zou een vlinder moeten zijn
Om te vliegen heel ver weg van alle leven, alle pijn. 

Maar ik heb niet langer hinder van jaloers zijn op een vlinder

Als zelfs vlinders moeten sterven, laat ik niet mijn vreugd bederven

Ik kan zonder vliegen leven
 
Wat zou ik nog langer geven
 om een vlinder die verdronken is in mij

Om te leven hoef ik echt geen vlinder meer te zijn.

Ik kon er vrede mee hebben om zowel man als vrouw te zijn en daar wilde ik ook uiting aan geven. Vanaf dat moment nam ik mij voor om uit te komen voor mijn vrouwelijke kant, onder andere door mij op te maken, door mijn nagels te lakken en door af en toe op hakken te lopen. Dat is overigens makkelijker gezegd dan gedaan, want ik moest nog steeds mijn eigen schaamte voorbij. Dat heeft heel wat jaartjes gekost, maar op een gegeven moment was ik zover dat ik voldoende sterk in mijn schoenen stond om de afkeuring van anderen te kunnen pareren of daar in ieder geval boven te staan. Afkeurende blikken of opmerkingen blijven je af en toe ten deel vallen, maar ik kan er nu beter mee omgaan. Veel mensen in mijn omgeving zagen geleidelijk een rups veranderen in een vlinder, maar nog altijd had ik het mijn ouders, i.c. mijn vader niet verteld. Ik was deels uit de kast, maar er was nog een hobbel te nemen. En die hobbel zou ik vrijdag 14 maart 2014 nemen. Ik blaakte van het zelfvertrouwen en voelde mij sterk genoeg in mijn schoenen staan om de confrontatie (mocht die er komen) aan te gaan. Ik had mijn vader een paar dagen tevoren opgebeld en hem uitgenodigd voor een lunch in een etablissement naar keuze in Scheveningen, waar hij woont. Om te voorkomen dat ik toch nog op het laatste moment het bewuste onderwerp niet zou aansnijden, ging ik in vol ornaat op weg naar Scheveningen, dus opgemaakt, met paars gelakte nagels en met enkellaarsjes met bescheiden hakken. Kortom, er was geen ontsnappen meer aan: het gesprek zou plaatsvinden. Toen mijn vader mij binnen liet, viel hem in eerste instantie niets op. Pas toen ik zijn nieuwe smartphone van hem aanpakte, zag hij mijn gelakte nagels. Hij reageerde op de voor hem karakteristieke wijze: of ik wel helemaal wijs was, deels grappig bedoeld, deels ook serieus. Ik vermande mij en zei hem dat ik dit mooi vond. Hij dacht in eerste instantie dat ik een grapje maakte, maar al snel was het hem duidelijk dat het mij menens was. Vervolgens constateerde hij in het trappenhuis, onderweg naar het restaurant, dat ik op hakken liep en als klap op de vuurpijl zag hij (pas) in het restaurant dat mijn ogen waren opgemaakt. Dit was voor mij het moment om mijn vader te vragen of hij wel eens naar het programma keek "Hij is een zij". Hij zei het programma wel te kennen. Ik haalde diep adem en vertelde hem dat ik weliswaar geen 'hij is een zij' ben, maar wel een 'hij is ook een zij'. Het hoge woord was eruit... 
(Wordt vervolgd)

How to tell my parents...? (part 2)

After having visited loyally the monthly evenings of the Association of Gender Diversity in Utrecht 'as a woman', I felt this was not the 'form' in which I would be happy. The transformation into a woman felt indeed very nice, but returning to man on the other hand was getting heavier each time. At the same time I came to the conclusion - partly as a result of the many conversations with peers - that I was not a transsexual: my dislike of my male body was not strong enough to qualify for a sex-change operation. However, the forced switch between male and female appearance became a burden I could no longer carry mentally. I felt I was one person with two entities, which should not be seperated, but on the contrary, be integrated: I was a man with a masculine appearance and a predominantly female feelings. The feeling that I must be completely like a woman no longer prevailed; I had leeft that behind me. Boudewijn de Groot, a Dutch singer, has expressed that feeling aptly in his song "Drowned butterfly":

"In order to live I thought you should be a butterfly
To fly very far away from all the life, all the pain.
But I am no longer affected by envy of being a butterfly
If even butterflies have to die, I will not spoil my joy
I can live without flying
Why would I would any longer care for a butterfly who drowned in me
For living, I don't have to be a butterfly anymore."

I had made peace with the thought of being both man and woman, and I wanted to express that. From that moment I decided to express my feminine side, by using make up, painting my nails and occasionally to walk in heels. This, however, is easier said than done, because - strangly enough - I was still ashamed of my own feelings. This has taken a lot of years, but at one point in time I was strong enough to parry or at least to ignore the disapproval of others. Disapproving glances or comments will always be a part of my life, but I am in a mentally state to handle it. Many people in my environment gradually saw me changing from a caterpillar into a butterfly, but still I hadn't told my father. I was partly out of the closet, but there was still a bump to take. And I had decided to take that bump Friday, March 14th, 2014. I was full of confidence and felt strong enough to tell my father and to have the confrontation (if any). A few days before D-day I had called my father to invite him to lunch at a place of his choice in Scheveningen, where he lives. To avoid that I would back up at the last moment, I took off to Scheveningen to visit my father 'in full uniform', thus with make-up, purple painted nails and ankle boots with modest heels. In short, there was no escape: the confession was going to take place. When my father opened the door, he actually didn't notice anyting different. Only when I handed me his new smartphone, he notice my purple nails. He reacted in the manner characteristic of him: "Are you out of your mind?", intended partly funny, partly serious. I took a deep breath and told him that I simply liked painted nails. At first he thought that I was joking, but soon it was clear to him that I was serious. Next when we took off for the restaurant, he noticed my heels and as icing on the cake, it was in the restaurant that he saw that I was wearing make up. For me this was the moment to ask my father if he ever watched the program "He is a she." on televion. He said he was familiar with he program. I took a deep breath and told him that I am not the type 'he is a she', but more the type "he's a she too." There, I have said it...
(To be continued)








;;